Internationaal: Zullen prijsstijgingen en materiaaltekorten een rem zetten op de Duitse bouw in 2022?

Sharing is caring!

De bouwsector bleef ook in het tweede coronajaar robuust reageren en realiseerde in 2021 een reële toename van het bouwvolume met 1,6 procent, zo blijkt uit de meest recente DIW (Duitse Instituut voor Economisch Onderzoek). Volgens de prognoses is in 2022 zelfs een plus van 2,7 procent mogelijk. Meer nog dan in de afgelopen jaren is de groei vooral gebaseerd op massale prijsstijgingen en is dus meer een illusie dan een realiteit. De jaarlijkse bouwraming van de DIW Berlijn wordt dan ook overschaduwd door de bouwprijsstijgingen van vorig jaar. De economische analisten van de metropool aan de Spree staan daarom ook ambivalent tegenover de ambitieuze plannen van de “verkeerslicht”-coalitie voor de huidige zittingsperiode. Hun nuchtere conclusie: de regering heeft nog geen afdoende antwoord gevonden op de materiaal- en energieprijzen – wat het slagen van haar plannen in twijfel trekt: Hieronder in dit artikel vind je de oorspronkelijke tekst van het commentaar van de DIW-auteurs over de stijging van de bouwprijzen en de gevolgen voor de sector.

Ondanks groei: materiaaltekorten en prijsstijgingen veroorzaken vertragingen bij projecten
De bouwactiviteit heeft tijdens de Corona-crisis nauwelijks enige beperkingen ondervonden. De omzet en de productie zijn blijven stijgen en de vraag naar bouwdiensten is in het algemeen toegenomen. De vooruitzichten voor het reeds begonnen jaar blijven positief. De crisis laat de sector, die belangrijk is voor toekomstige uitdagingen, echter niet onberoerd. De wereldwijde opleving als gevolg van verregaande beperkingen en bouwhausse, vooral in de VS en China, leidt tot materiaaltekorten, stijgende prijzen en, in sommige gevallen, grote problemen bij de tijdige uitvoering van bouwprojecten.

Langer dan verwacht: gevolgen Corona voor leveringen en productiekosten nog steeds hoog
Gezien de hoge prijzen is een deel van de activiteit waarschijnlijk ook in reële termen uitgesteld – ondanks de grote vraag naar investeringen in infrastructuur, de nog steeds heersende woningnood en de komende omschakeling naar een klimaatneutrale economie. Als de knelpunten worden opgelost, zouden de hoge besparingen van de particuliere huishoudens moeten leiden tot een hogere woningbouwactiviteit en zou de overheidssector sneller moeten handelen bij de uitvoering van zijn infrastructuurinvesteringen. Het ziet er echter naar uit dat de aanbodfricties van de Corona-crisis nog enige tijd zullen aanhouden. Verwacht wordt dan ook dat de bouwprijzen sterk zullen blijven stijgen. De prijzen van de fabrikanten zijn de laatste tijd sneller gestegen dan op enig ander moment sinds de hereniging.

Federale overheid mist concrete investeringsplanning
Dit maakt de investeringsplannen van de nieuwe regering er niet gemakkelijker op. De verkeerslichtencoalitie wil in de jaren tot 2025 jaarlijks 400.000 nieuwe woningen bouwen. Ook voor de digitalisering zijn aanzienlijke bouwuitgaven nodig. Hetzelfde geldt voor openbare infrastructuur en de energie-efficiënte renovatie van openbare en particuliere gebouwen. Daarom zijn vage expansiedoelstellingen en op korte termijn beschikbare financiële middelen niet voldoende.
Er is veeleer behoefte aan een concrete investeringsplanning op middellange en lange termijn, bijvoorbeeld in het kader van begrotingsoverschrijdende fondsen. Daartoe heeft de nieuwe regering reeds verschillende projecten gepland: Het Energie- en Klimaatfonds moet bijvoorbeeld investeringen in de komende jaren mogelijk maken. Er zijn ook verhogingen van de uitgaven overeengekomen voor de uitbreiding van de waterstofinfrastructuur, de digitalisering en voor de spoorwegen. Het Federaal Agentschap voor Onroerend Goed (BIMA) zal eigen investeringsprojecten in de woningbouw opstarten.
Het zal niet werken zonder meer planningscapaciteit en een beter uitgeruste administratie.

Dit zou de bouwbedrijven ook een duidelijk perspectief bieden om de vereiste capaciteiten op te bouwen en te investeren in de opleiding van geschoolde arbeidskrachten en de digitalisering van processen. Dit geldt naar analogie ook voor de overheidsadministratie, waarvan het personeelsbestand de laatste jaren nauwelijks is uitgebreid ondanks de aanhoudende bouwhausse. Dit laatste zal waarschijnlijk een uitdaging worden gezien de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand, waarvoor slimme oplossingen moeten worden gevonden. Een antwoord is het gezamenlijk, gemeentegrensoverschrijdend ter beschikking stellen van planningscapaciteiten, zoals ook gebeurt door het Partnerschap Duitsland (PD – Berater der öffentlichen Hand GmbH). Wat de ontwikkeling van de materiaal- en energieprijzen betreft, is er daarentegen een gebrek aan politieke invloed, zo concluderen de DIW-deskundigen.

Sharing is caring!

Wekelijks updates ontvangen

BouwKennis maakt strategische
marketinginformatie voor de bouwsector eenvoudig.

Schrijf je nu in
Visual-Nieuws_Bouwkennis

© Bouwkennis B.V.   |   Alle rechten voorbehouden

WordPress Cookie Plug-in door Real Cookie Banner